In de jazz, pop en wereldmuziek vinden we allerlei soorten grooves die gebaseerd zijn op het in ongelijke waarde uitvoeren van elk paar van achtste (of evt zestiende) noten. Er is dan sprake van swing, ook wel swingopvatting, triolenopvatting, of uneven eights genoemd. De klassieke muziek kent dit begrip niet op deze manier, hoewel het spelen van Notes Inégales in barok en klassieke periode een soortgelijk iets is. Swing vindt zijn oorsprong in Afro-Amerikaanse muziek en komt kort door de bocht gezegd via de ragtime terecht in de jazz en blues.
De basis van swing en shuffle grooves is dat elk paar achtste noten (of rusten) worden uitgevoerd zoals hiernaast afgebeeld, of iets dat daarbij in de buurt komt. In elk geval wordt de eerste achtste langer en wordt de tweede achtste (de “off-beat”) later gespeeld.
De aanduidingen die je tegen kunt komen zijn swing, swing feel, swing opvatting (NL), triolen opvatting (NL) en vaak ook met noten zoals hierboven aangegeven.
Uitvoering
Hoe ongelijk in waarde je de achtsten speelt, hangt af van de sterkte van de swing en het tempo. Deze kan variëren van ‘bijna recht’ (light swing) tot dicht in de buurt van achtste-punt-zestiende (heavy swing).
of ergens tussen deze drie in!
Let op: in songbooks en kinderliedbundels wordt soms onterecht de achtste-punt-zestiende notatie gebruikt, waar eigenlijk swing bedoeld wordt. Hetzelfde kom je soms tegen in bladmuziek in de harmonie- en fanfarewereld. De gedachte hierachter is de swing grafisch duidelijker te maken, voor de speler, zanger of onderwijzer die niet bekend is met swing ritmes.
Een basis drumgroove in swing:
Let op het basisritme van de Hihat / Ride: ‘kwart – achtste achtste- kwart – achtste – achtste’.
Luistervoorbeelden (zie onderaan een playlist met alle luistervoorbeelden)
Traditionele swing grooves zijn te vinden in alle jazz. Om maar een voorbeeld te geven: het album Moanin’ van Art Blakey & the Jazz Messengers bevat grotendeels duidelijke swing stukken.
In de pop vind je een soortgelijke groove bijvoorbeeld bij Love me do (The Beatles)
Bij My baby just cares (Nina Simone) hoor je een meer heavy swing (afterbeat komt heel laat) en Ornithology (Charlie Parker) is een voorbeeld van een snelle swing, waardoor de timing in feite “rechter” wordt.
Take Five (Dave Brubeck Quartet) is het meest bekende voorbeeld van swing in een onregelmatige maatsoort (5/4 in dit geval).
Shuffle
De begrippen swing en shuffle worden vaak door elkaar gebruikt, en soms lijkt het ook erg op elkaar. Bij beiden is er sprake van het uitvoeren van een paar achtsten ongelijk in waarde. De basisgroove van een shuffle is echter anders dan die van een traditionele swing.
Twee voorbeelden van shuffle drumgrooves:
Voorbeeld 1.
Voorbeeld 2.
(Uitvoering hetzelfde als notatie)
Bij swing wordt op de ride/hihat meestal ‘kwart-achtste-achtste’ enz gespeeld, bij shuffle meestal alle achtsten, of alle triolen-achtsten.
Voorbeeld 2 is eigenlijk een groove in 6/8 of 12/8 die in 4/4 is genoteerd:
Dit soort grooves worden dus meestal in 6/8 of 12/8 genoteerd, maar bij hogere tempi en vanuit gewoonte in de betreffende stijl wordt er vaak toch gekozen voor notatie in 4/4.
Luistervoorbeelden:
Higher ground – Stevie Wonder
Reelin’ in the years – Steely Dan
The way you make me feel – Michael Jackson
What happened to the world that day – Tower of Power (achtereenvolgens shuffle, swing en rechte groove in één liedje!)
Zestienden shuffle (16’s shuffle) of Half-time Shuffle
Als we bij een basis shuffle groove de bass- en snaredrum in half tempo spelen (half time feel), krijgen we bijvoorbeeld het volgende:
We kunnen deze half-time shuffle ook in z’n geheel twee keer zo snel noteren:
In deze groove zijn de zestienden dus “geswingd” en de achtsten worden gewoon recht gespeeld.
Dit soort grooves, die je bijvoorbeeld in funk en soul veel tegenkomt, noemen we de half-time shuffle, alla breve shuffle of, meestal aangeduid met: zestienden shuffle (NL) of sixteenths (16’s) shuffle (ENG).
Een bekende variant van een half-time shuffle is de ‘Rosanna Shuffle’, uit de grote hit van Toto uit 1982:
Luistervoorbeelden:
Rosanna – Toto
If I ever loose my faith in you – Sting
Babylon Sisters – Steely Dan
One and Only – Adele (16’s shuffle in 6/8)
Bij een half time shuffle is het een kunst om deze niet ‘mechanisch’ te laten klinken. Eigenlijk geldt hetzelfde als bij swing: door te spelen met de timing van de tweede achtste / triool kan de shuffle meer ‘lui’ dan wel ‘recht’ gaan klinken. Soms speelt de ene muzikant in hetzelfde stuk “meer shuffle” dan de andere. Luister bijvoorbeeld eens naar I Wish (Stevie Wonder) of Waiting on the World to Change (John Mayer).
Recht
Als een ritme niet met swing- of shuffle opvatting wordt uitgevoerd, spreken we ook wel van recht. In een stuk dat in swing wordt uitgevoerd kan de aanduiding straight eights of even eights aangeven dat een bepaalde passage juist recht gespeeld moet worden.
© Peter Favier 2018 – Dit artikel valt onder een Creative Commons Attribution-NonCommercial-NoDerivatives 4.0 International License.
Vragen of reageren? info@peterfavier.com